Op het potje

Start jij binnenkort met ZINDELIJKHEIDSTRAINING en weet je niet goed waar te beginnen? Na 2 totaal verschillende zindelijkheidstrainingen en nog een laatste die eraan komt deel ik graag mijn ervaringen en tips!

Daarnaast verwijs ik ook naar producten uit onze webshop waar ik achter sta om te gebruiken tijdens deze ‘fase’.

Eerst en vooral: ieder kind is uniek en ieder kind zal op zijn of haar eigen tempo zindelijk worden. Er zijn verschillende visies die je kan volgen, maar ik ben ervan overtuigd dat jij als ouder nog steeds het beste weet wat jouw kind op dat moment aankan en wat voor jullie als gezin het beste werk.

De eerste en meest belangrijke tip van deze blog: volg jouw gevoel.

Daarnaast deel ik graag met jullie wat voor mij werkte en welke stappen je kan zetten in deze fase. Een fase die weer toont hoe jij jouw kindje steeds groter en zelfstandiger maakt. Een fase die niet op elk moment even leuk is en een fase die niet te vergelijken valt met andere kinderen.

Welkom in de fase van de zindelijkheidstraining.

Stapsgewijs zindelijk worden

1. Vanaf ongeveer 18 maanden, kan je starten met het aanbieden van het potje. Bij voorkeur wanneer je kindje zelfstandig kan stappen en zitten en dit zelfstandig kan afwisselen. Maak hier een leuk moment van. Laat het kind hier spelenderwijs kennis mee maken. Zo kunnen de poppen op het potje gezet worden of mag het kindje op het potje plassen met zijn broekje aan wanneer één van de ouders gaat plassen. Ook leuke boekjes lezen of liedjes zingen rond dit thema kunnen helpen om van dit moment een echt FEEST te maken. Laat je kindje luierbroekjes dragen waardoor hij/ zij zelf leert het broekje aan en uit te trekken. Laat bij voorkeur je kindje ook zelf zijn potje kiezen of versieren met leuke stickers. Ik ben geen voorstander van belonen met stickers bij zindelijkheidstraining maar wel bij het versieren van zijn of haar potje.

2. Na de feestelijke introductie van het potje gaat het potje meer en meer aanwezig zijn in het dagelijks leven van je kindje. Wanneer je zelf naar het toilet gaat, laat je bij voorkeur je kindje mee gaan om op zijn of haar potje te gaan zitten. Als je kindje het nog niet prettig vindt met blote billetjes is dat helemaal oke. Probeer zo weinig mogelijk druk te leggen.

 

3. Wanneer je merkt dat je kindje klaar is voor een volgende stap kan je op vaste momenten samen naar het potje beginnen gaan. Bv na het eten, voor het slapen, voor het vertrekken naar de crèche of een activiteit buitenshuis. Neem hier voldoende tijd voor zodat dit geen stresserend moment is, maar een leuk momentje tijdens de routine. Moedig je kindje tijdens deze momenten aan om echt op het potje te gaan. Aanmoedigen met een leuk voorleesboekje of liedje niet forceren. Samen iets doen is nog altijd de leukste beloning voor een peuter/kleuter. Wanneer je merkt dat er meerdere keren per dag naar het potje wordt gegaan en het luierbroekje droog blijft, kan je het luierbroekje inwisselen voor een onderbroekje. Betrek ook hier je kindje weer bij en ga samen naar de winkel.

 

4. Moedig je kind doorheen dit proces steeds aan, positief benaderen werkt zo veel beter dan negatief gedrag benoemen. Wanneer het dan toch eens fout gaat, probeer hier dan zelf rustig onder te blijven. Communiceer met je kindje dat het niet erg is en dat hij / zij het volgende keer terug op het potje doet. Breng je kindje na een ‘ongelukje’ nog even naar het potje om duidelijk te maken dat dit wel de juiste plek is.

 

5. Kinderen hebben rond de leeftijd van 2 à 3 jaar controle over het vasthouden of loslaten van pipi of kaka. Sommige kinderen zijn op 2 jaar zindelijk, andere kinderen pas op 5 jaar. Dit is perfect normaal en toont ons weer dat elk kind uniek is en op zijn/haar eigen tempo groter wordt.

Tips voor extra hulp :

 
  • Wanneer je merkt dat jouw kindje de luiers toch net iets te gemakkelijk vindt, kan je voor minder absorberende luiers kiezen of een onderbroekje onder de luier doen. Zo voelt het kindje de ‘nattigheid’ meer en zal hij/zij dit vermoedelijk minder aangenaam beginnen vinden.

  • Wanneer je kindje niet op het potje wil, maar op het ‘grote toilet’ kan een opstapje en brilverkleiner worden geïntroduceerd. Persoonlijk vond ik dit na een tijdje ook praktischer (lees: minder opkuiswerk). Let er wel op dat je kindje in een goede houding op het toilet zit. Een goede houding op het toilet is belangrijk om goed te kunnen leegplassen. Zorg ervoor dat de voetjes altijd goed gesteund worden. Als de voetjes nog niet aan de grond kunnen, maak dan gebruik van een voetbankje. Laat je knieën goed open vallen en zit mooi rechtop.

    • Wanneer je merkt dat de ongelukjes blijven en je er zelf zenuwachtig van wordt is de kunst om toch niet op te geven. Laat de pamper uit als hij is vervangen door een onderbroekje. Zet geen stap terug. Bereid je bij elke uitstap goed voor en neem voldoende reservekledij bij . Leg matrasbeschermers in de zetel, in de autostoel, in de buggy, … zodat je het opkuiswerk tot het minimum beperkt.

     

Heb je vragen over dit onderwerp? Stuur gerust een mailtje naar [email protected] en wij geven met veel plezier een antwoord op al jouw vragen.